In een studie gepubliceerd eind 2021 werd gekeken naar thermisch comfort en luchtkwaliteit. De studie betrof een woonhuis in Nieuw-Zeeland. Het probleem is toepasbaar op onze regio’s want de specifieke kenmerken van de woning waarop deze studie betrekking heeft zijn de vochtigheid en de koude eigen aan een verouderend woningenbestand.

De auteurs van de studie wilden de factoren bepalen voor een goede kwaliteit van het binnenmilieu (KBM) en thermisch comfort in een slaapkamer die van 19.00 tot 7.00 uur door twee kinderen wordt bewoond. De indicatoren die gedurende de hele maand juni (winterseizoen in Nieuw-Zeeland) werden gemeten, waren: fijnstof (PM2,5), relatieve vochtigheid en luchttemperatuur bij vier verschillende instellingen van het warmtepompsysteem.

Van de verschillende geteste hypotheses lijkt die met de warmtepomp ingesteld op 22°C het dichtst aan te leunen bij het ideale punt voor de garantie van de belangrijkste elementen KBM: thermisch comfort, fijnstof en lokale luchtkwaliteitsindex.

De auteurs merken op dat deze temperatuur in overeenstemming is met de aanbevelingen van de Nieuw-Zeelandse normen inzake energie-efficiëntie ter bescherming van kwetsbare kinderen. In de studie wordt gesteld dat de warmtepompinstelling op 22°C wellicht hoog lijkt, maar geschikt is om slechte prestaties van een oudere bouwschil op te vangen.

Referenties:
Al-Rawi M., 2021: The thermal comfort sweet-spot: A case study in a residential house in Waikato, New Zealand [Online] Case Studies in Thermal Engineering, vol.28.
https://doi.org/10.1016/j.csite.2021.101530

Thermisch comfort en energie-efficiëntie in een verouderend residentieel gebouw

Je zou ook interesse kunnen hebben in