“Deze studie analyseert en vergelijkt de kosten-batenverhouding van materialen volgens hun vervuilende uitstoot. Gezien mensen een aanzienlijk deel van hun dag binnenshuis doorbrengen, is de waarborg van een goede binnenluchtkwaliteit in gebouwen van essentieel belang. Om de luchtkwaliteit in een gesloten omgeving te beheersen, is ventilatie een must. Het bevordert niet alleen het thermisch comfort van de bewoners, maar ook de beheersing van de concentraties aan vervuilende stoffen in de binnenlucht. Dit vereist echter een aangepaste luchtverversingsgraad, wat kosten met zich meebrengt voor de bewoners of beheerders van de gebouwen.
Ventilatie is nog belangrijker bij de keuze van goedkope materialen, die problematisch kunnen blijken voor de binnenluchtkwaliteit. Deze goedkope materialen zijn namelijk vaak bronnen van vervuilende stoffen in de binnenlucht, met name formaldehyde. Om deze vervuiling van de binnenlucht tegen te gaan, zijn twee opties mogelijk: ofwel kiezen voor minder uitstotende (en vaak duurdere) materialen, ofwel een adequaat ventilatiesysteem voorzien voor een betere controle van de uitstoot.
Deze studie had als doel in te schatten welke van beide opties de meest aantrekkelijke was in de kosten-batenverhouding. Er werd een set bouwmaterialen bestudeerd en verdeeld in drie categorieën volgens hun vervuilende uitstoot: hoog, laag en zeer laag. De onderzoekers concentreerden zich hoofdzakelijk op twee vervuilende stoffen: formaldehyde en kooldioxide. Voor elke categorie materialen maakten de onderzoekers een schatting van de luchtverversingsgraad die nodig is om deze verontreinigende stoffen goed onder controle te houden. Aan de hand van deze luchtverversingsgraad bepaalden ze de bijhorende energetische uitgaven en de kostprijs.
Uit hun analyses en berekeningen bleek dat de initiële kosten voor laag emitterende materialen ruimschoots werden gecompenseerd door de besparingen op vlak van ventilatie. Naargelang de scenario’s (materiaaluitstoot & vereiste ventilatiegraad) zou in 10 jaar tot € 13.500 kunnen worden bespaard: hoe minder de materialen emitterend zijn, hoe lager de vereiste luchtverversingsgraad. Laag en zeer laag emitterende materialen maken navenante energiebesparingen mogelijk, wat de kosten van de materialen compenseert.
Deze voordelen kunnen echter worden getemperd door klimatologische omstandigheden. De auteurs bestudeerden ook het thermisch comfort , een essentiële parameter voor het welzijn van de bewoners. Bij hoge temperaturen en gebruik van zeer laag emitterende materialen is de toepassing van de voor deze materialen aanbevolen luchtverversingsgraad niet voldoende om genoeg thermisch comfort te garanderen. Voor het welzijn van de bewoners wordt het dan noodzakelijk een extra behandeling van de lucht te voorzien om de binnentemperaturen onder controle te houden. Op het einde van het artikel stellen de auteurs een aantal mogelijkheden voor.
Tot slot wijzen de auteurs op een aantal beperkingen van hun studie, zoals het niet in aanmerking nemen van natuurlijke ventilatie of het feit dat in deze studie de emissies van materialen als stabiel in de tijd worden beschouwd. Uit wetenschappelijk werk blijkt echter dat hun emissies kunnen schommelen tijdens de levenscyclus van het gebouw.
De studie is gratis toegankelijk op https://www.mdpi.com/2073-4433/11/1/102/htm
Referenties: Babich F., Demanega I., Avella F. et al., 2020: Low Polluting Building Materials and Ventilation for Good Air Quality in Residential Buildings: A Cost–Benefit Study. [On line]. Atmosphere, vol. 11.
https://www.mdpi.com/2073-4433/11/1/102/htm